Goedenavond studenten,
vandaag hebben we de test besproken. Allemaal goed gedaan! Ik wil jullie nog één advies geven: bekijk tijdens de zomervakantie nog alle grammatica regels van elementaire 2.
Let op: verbes de modalité, comparatif & superlatif, passé composé, adjectifs et leur accordance, adjectifs possessifs, pronominalisations et l'orthographe.
Heel veel succes met jullie elementaire 3 allemaal!
Frédérique
Goedenavond allemaal,
Vanavond is de laatste les voor de test. We herhalen hoe we eten moeten bestellen, bijvoorbeeld in een restaurant, en we herhalen een aantal grammatica regels. Daarna nodigen we elkaar uit voor een etentje of een feestje! Zeg Kim, kom je zaterdag ook mee naar die leuke bar? We gaan biertjes drinken met enkele vrienden.
Veel succes met het voorbereiden van de test!
Frédérique
Goedenavond!
Vanavond hebben we: het huiswerk gecorrigeerd en veel nieuwe werkwoorden geleerd. We hebben de passé composé herhaald en oefeningen gemaakt. Iedereen heeft goed gewerkt en het goed gedaan.
Zullen we volgende week weer verder gaan? Laten we dat doen. Oh ja, we hebben ook geleerd hoe je voorstelt om iets leuks te gaan doen. Zullen we vanavond naar het café gaan? Laten we om 20.00 uur afspreken.
HUISWERK:
p. 118-123-124. EERST de grammatica herhalen en KENNEN, en dan pas de oefeningen maken alsjeblieft! Veel succes,
Frédérique
Goedenavond allemaal,
vanavond hebben we de passé composé opnieuw besproken. Maak je de passé composé met het werkwoord zijn of hebben? Waarom? We zijn naar de stad gewandeld / we hebben in de stad gewandeld.
We hebben de comparatif en de superlatif behandeld. Ook hebben we elkaar leuke complimentjes gegeven. Die trui staat je te gek! Daarna hebben we onze tong aan drop laten wennen... oei! Drop heeft een rare smaak, je moet ervan houden.
Volgende week hoofdstuk 28, deze graag goed voorbereiden en alle oefeningen doen van les 27.
Succes!
Goedenavond allemaal,
vandaag hebben we over de passé composé gesproken. Gepraat. Gekletst. En ga zo maar door... Ik heb gekocht, ik ben gegaan.
We hebben de oefeningen van hoofdstuk 26 gemaakt en een luisteroefening gedaan. Daarna hebben jullie samengewerkt tijdens een rollenspel. Goed gewerkt!
HUISWERK:
- les 27 voorbereiden
- boek pp. 116-118
- grammatica herhalen hoofdstuk 26 en oefeningen maken
Succes, tot volgende week!
Frédérique
Beste studenten,
Op 18 april is er les.
Op 25 april is er GEEN les!
Tot 18 april!
Frédérique
Beste studenten,
vanavond corrigeren we de oefeningen van les 23 en sluiten we het hoofdstuk over reizen af. We doen een video opdracht: hoe koop ik een kaartje naar Rotterdam Centraal?
Daarna praten we over kleding! Sara heeft naaldhakken aan, Radu draagt zwarte, nette schoenen.
Ook leren we alle pronoms démonstratifs en hun gebruik. Ook in de gesproken taal! Waar woont Maarten? Die woont in Amsterdam! Wat vind je van zijn broek? Heel leuk!
VOLGENDE WEEK LES! EN EEN TOETS, KOM ALLEMAAL!!
Goedenavond allemaal!
Nou daar gaan we: pp. 71-72 oefeningen. Wat is het verschil tussen hoeven en moeten? Je hoeft dat niet te doen, hoor! OF Je moet dat niet doen!
We leren vandaag met een plattegrond omgaan. Wie weet waar hij/zij is? Waar is het station en hoe kom je daar? Als iemand je de weg vraagt, kan je dan zeggen hoe te lopen? De eerste links, dan helemaal rechtdoor tot aan het einde van de singel. Daar steekt u de brug over en loopt u rechtdoor tot aan het station.
We luisteren naar de audiotekst en vragen elkaar de weg. We leren de "adverbes de liaison" en doen een oefening samen. Hoe ga jij naar huis? Ik neem de metro, lijn 13. Die gaat tot aan Montparnasse en daar stap ik over op de trein naar Plaisir-Grignon. De reis duurt ongeveer 45 minuten.
Boek p. 101, oefening 3.1. Ken jij Maastricht?
En tot slot, een kleine strikvraag. WIE IS JAN STEEN? Wie is Johannes Vermeer? Kom op dames en heren, dat weten jullie wel...
HUISWERK:
pp. 79-82, oefeningen en grammatica. Les 24 voorbereiden. Succes!
TOT VOLGENDE WEEK, 11 april!!
Beste leerlingen,
Vanavond geeft Maggy les, ze zal het volgende doen:
luistertekst p 64
boek p 93
syllabus p 66
rollenspel p 72-73
HUISWERK:
oefening 2 en 3 p 71
